728 21 OCTOBER 1918. gegeven het voorstel van den heer Cerutti niet aan te nemen. De heer CERUTTI: Mijn voorstel om aan Dr. Baten burg de geleden schade wegens het hem overkomen ongeval te vergoeden, berust uitsluitend op moreele gronden, omdat naar de meening van den rechtsgeleerde der gemeente, bij wiens meening ik mij als niet jurist moet neerleggen, de gemeente in deze niet civiel rechtelijk aansprakelijk is. Het afwijzend prae-advies van Burgemeester en Wethouders op mijn voorstel berust echter op een nieuw advies van den rechtsgeleerde. Het wil mij toeschijnen, Mijnheer de Voorzitter, dat Burgemeester en Wethouders hier overbodig werk heb ben verricht om de vraag, of de gemeente moraliter aansprakelijk was, aan het oordeel van een rechtge leerde te onderwerpen. Hier is geen discussie meer over het rechtspunt; die discussie is afgedaan. Wat hier alléén beoordeeld had moeten worden is deze vraag Rechtens moge een gemeente niet aansprakelijk zijn, doch gaat zij tegenover den benadeelde vrij uit, met an dere woorden: kan de gemeente als 't ware met op geheven hoofde Dr. Batenburg aanzien, komt zij niet in conflict met haar eerlijkheidsgevoel als zij zich gaat verschuilen achter eene juridische spitsvondigheid Een zuivere g voelskwestie dus waar de jurist heeft buiten te blijven. Want alleen degene die een zaak als deze rechtstreeks aangaat, in casu de gemeente raad, kan, door bij zijn gevoel en niet bij een derde te rade te gaan, beoordeelen of het hier niet een eisch van rechtvaardigheid zou wezen den benadeelde tegemoet te komen in de materieele schade door hem geleden en of er niet iets meer noodig is dan de be tuiging van spijt. 't Is toch officieel door den Commissaris van Politie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 728