e/ 21 OCTOBER i9is. 729 - niet in zijn rapport geconstateerd dat door het nee leggen van die boomen, hetwelk op klaarlichten dag is geschied, de passage op dien drukken verkeerweg belemmerd iten was en nu zijn de organen van de gemeente te kort imen geschoten in hun plicht door dien voor het verkeer reele zoo gevaarlijken toestand te laten bestendigen waar serde door, bij ingevallen duisternis, ongelukken niet konden urist uitblijven. iviel- Na medegedeeld te hebben in zijn rapport dat de agent van politie, die het verzuim gepleegd heeft, dis en ciplinair gestraft is geworden, schrijft de commissaris een van politie woordelijk: „Het komt mij voor dat Dr. Batenburg in ieder dat geval dient vergoed te worden en ik zou billijkheids- heb „halve en om alle verdere moeite te voorkomen, willen iliter „voorstellen de schade van het rijtuig en paardentuig ïtge- „door de gemeente te doen vergoeden" neer Ons medelid, de heer Moll, was getuige van het on Wat geval en onmiddellijk na het ongeval heb ik den toestand aag gadegeslagen. En voor Dr. Batenburg en voor de ver zijn, ontwaardigde omstanders heb ik als raadslid en dus t an- deel uitmakende van het bestuur der gemeente mij op- de oogen uit het hoofd geschaamd, mijnheer de Voor niet zitter, dat een dergelijke tóestand de verkeersbelemmering zich die op klaarlichten dag is ontstaan, in een druk stads ïeid gedeelte bestendigd is gedurende den geheelen nacht aeeft en tot des anderen daags s namiddags 4 uren. En zaak het beste bewijs dat de toestand allergevaarlijkst was, ente- is gelegen in het feit, dat toen het kalf verdronken lerde was de put halverwege werdt gedempt, door het plaat een sen van een politiepost, die van den Commissaris van eelde politie in opdracht had bestuurders van voertuigen en hem voetgangers te waarschuwen voor het gevaar dat hen s be- dreigde op den weg. En die politiepost is niet alleen geplaatst geworden gedurende den avond en den nacht olitie maar is zelfs gebleven tot 's anderen daags namiddag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 729