72 28 JANUARI 1918. in de gemeente-rekening is verantwoord en uitgaven betrof, toen het levensmiddelen bedrijf nog geen afzon derlijk bedrijf was, zoodat de opmerking van den heer N ij s t niet juist is. Destijds heeft spreker nog al eenige vragen gesteld, o.a. in de vergadering van 21 December 1916. Burge meester en wethouders hebben zich toen bereid ver klaard spbedig de financieel© uitkomsten van het bedrijf aan den raad over te leggen. Later is er nog herhaal delijk over gesproken, doch op al de vragen geeft het rapport geen bevrediging. Ofschoon de inlichtingen ruimschoots zijn toegezegd, is spreker daarop nog altijd geduldig wachtende. Het wil spreker daarom voorkomen, dat dit rapport niet voldoet het had meer zakelijk moeten zijn. Het geeft geen inlichtingen, hoe het bedrijf werkt, hoe het reilt en zeilt. Wat is daar van de reden In de vergadering van 19 Mei 1917 had spreker nog voorgesteld eene wijziging in de opdracht aan den accountant en ook gevraagd overlegging van de reke ning met documeniaüe van October tot Decembeir 1916. Nu de gemeente-rekening over 1916 nog moet worden vastgesteld, zal toch ook dat gedeelte van het bedrijf daarin verantwoord moeten worden. Spreker heeft releds vroeger daarop gezinspeeld en het zal blij.ten, dat zijne vragen niet overbodig zijn geweest, doch werkelijk goed doordacht. Spreker meent, dat de raad toch het recht heeft, om volledig te worden ingelicht. Over het levens- middelenbedrijf is al zooveel gesproken, dat spreker er niet verder op zal ingaan. In het rapport vindt hij echter niets positiefs. De VOORZITTER zegt, dat het inderdaad juist is, dat de door den heer Z ij I m a n s bedoelde post moet verantwoord worden in de gemeente-rekening. Dat is ook geschied. Het betreft het nadeelig saldo der reke ning van den heer van der Laan. Alles wat in-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 72