21 OCTOBER 1918. 733 dit speciale geval; spr. acht het wel bedenkelijk uit het advies van Mr. Kappeijne van de Capello conclussies te trekken omtrent deze zaak. De consequentie van de aanvaarding eener moreele aansprakelijkheid tegenover Dr. Batenburg is zeer gevaar lijk. Het kan dagelijks voorkomen, dat iemand door een nalatigheid van personeel in gemeentedienst schade op loopt b.v. door niet tijdig bemerkten diefstal van riool kolkdeksels, waardoor iemand in 't donker in een riool kan stappen en zijn been breken. Wanneer de Raad zou besluiten, Dr. Batenburg de schade te vergoeden, vreest spr. dat de gemeente aanhoudend voor dergelijke vragen zal gesteld worden. Voorst wijst spr. er op, dat wel sprake is van een ongelukkig toeval, al is dit geen excuusde weg was niet geheel versperd, maar ongelukkiger wijze is Dr. Batenburg juist over den balk gereden. Ook in gevallen, waarin de gemeente er niets aan doen kan, zal zulk een toeval een rol spelen. Spreker herhaalt, dat er groot gevaar aan verbon den is, zich te begeven in de richting van moreele aan sprakelijkheid. De heer CERUTTI heeft de wijze van in handen stellon van zijn voorstel aan den adviseur der gemeente bestreden, omdat het geen rechtskwestie meer gold. Het advies van Mr. Kappeijne haalde spreker aan om daaraan kracht bij te zetten en het advies van den ge meente advocaat te vernietigen, die zei, dat de gemeente niet bevoegd was het te doen immers, van het desbe treffende besluit van den Amsterdamschen Raad hebben Ged. St. hun goedkeuring gehecht. Den Comm. v. Pol, heeft spr. geraadpleegd over den loop van het geval, niet om zijn meening omtrent de aansprakelijkheid der gemeente. Voorts kan men wel bang zijn voor de gevolgen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 733