734 21 OCTOBER 1918. maar iedere zaak moet op zichzelf worden beschouwd, Wanneer een rioolkolk openligt en de politie komt er herhaaldelijk voorbij zonder den put dicht te maken, dan is de gemeente volgens spr. ook aansprakelijk wanneer er een ongeluk gebeurt. De politie is er toch ook om te zorgen voor de veiligheid op straat De heer HORNIX meent, dat de beantwoording van de volgende vraag van veel invloed kan zijn n.l. of de heer Batenburg den eigenlijken schuldige, den heer Mol kan aansprekendan gaat de gemeente vrij uit. De VOORZITTER zegt, dat dan de heer Batenburg de gemeente aansprakelijk zou moeten stellen, en de laatste zich moeten beroepen op den heer Mol. De heer BOGAARDT kan zich voor een groot deel met het rapport van den advocaat vereenigenuit civielrechtelijk oogpunt zal geen post op de begrooting kunnen worden gebracht voor schadevergoeding. Uit een oogpunt van moreele aansprakelijkheid kan de gemeente alleen verontschuldigingen aanbieden aan den heer Batenburg, den politieagent straffen en maat regelen nemen voor de toekomst. Ook spr. heeft zich afgevraagd, of de gemeente de hoofdschuldige was of de heer Mol. Bij de instorting van het huis aan de Brugstraat heeft men ook den architect aangesproken. De in Amsterdam gegeven schadeloosstelling betrof de schade bij een gepleegd oproer. Verder denke men aan de consequenties: is de Raad wel bevoegd in deze te oordeelen, waar een behoorlijk onderzoek alleen door den rechter kan gebeuren, die getuigen kan oproepen enz.? Spreker herinnert ook nog aan het ongeluk van het meisje, dat verdronken is in het Wilhelminapark, doordat de politie verzuimd had borden te plaatsen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 734