X XX X X
21 OCTOBER 1918. 735
De heer CERUTTI antwoordt den heer Hornix, dat
het goed geld naar kwaad geld gegooid zou zijn, als
de benadeelde tegen den houthandelaar optrad. De
laatste zou natuurlijk evenals B. en W., antwoorden
dat hij niet civielrechtelijk aansprakelijk was. Het
is verder niet spr. goede hart dat spreekt, maar zijn
eerlijkheidsgevoel: Dr. Batenburg heeft geen mede
lijden noodig.
Dit geval is niet hetzelfde als in Amsterdam, maar
er zijn veel analoge punten.
De heer FEBER acht het moeilijk een beslissing te
nemen in een zoo ingrijpende zaak, nadat er zooveel
meeningen zijn te berde gebracht. Spreker vraagt, of
de heer C e r u 't t i het hier betoogde kan overleggen bij
de stukken, zoodat de leden het nogeens ampel aan
een oordeel kunnen onderwerpen.
De heer BOGAARDT zou, bij aanhouding van het
voorstel, de opmerkingen van den heer C e r u 11 i willen
zenden aan den gemeenteadvocaat, zoodat deze daarop
van repliek kon dienen.
De heer CERUTTI heeft geen bezwaar tegen het
voorstelF e b e r.
Het voorstel van den heer F e b e r om dit punt aan
te houden wordt in stemming gebracht, doch verworpen
met 9 tegen 7 stemmen.
Tegen stemden de heeren Kluft, Hornix, Cra-
merus, Lijdsman, Kanters, Broos, Zijlmans,
Bossers en Bogaardt.
Voor waren de heeren Cerutti, Smits, Moll,
Bom, Feber, van Dijk en van den Biggelaar.
De heer B o g m a n s was bij deze stemming afwezig.
De heer/LlJDBMAN zegt nog, dat het geval van
/~,r