28 JANÜARI 1918.
dertijd uitgegeven was voor de* 1 ev ensmiddelenvoo r z i e-
ning, moest gebracht worden op de gemeente-rekening;,
omdat toen nog geen afzonderlijk bedrijf was ingesteld.
Het onderzoek van den accountant heeft zich uitge
strekt over de volledige administratie van den heer
v a n der Laan. In hoever dit noodig was, laat
spreker in het midden, doch de opdracht luidde ajldus.
Het was eenvoudig een controle op de administratie
en daarbij1 na te gaan of het saldo juist was.
De heer N ij s t is benoemd door den raad, die hem
ook de opdracht heeft verstrekt en daaraan heeft hij
gemeend op deze wijze te moeten voldoen.
Burgemeester en wethouders hebben hem volkomen
inzage gegeven van alle bescheiden en alles/overgelegd,
wat hij verlangde. Burgemeester en wethouders kan
dus geen verwijt treffen, dat het rapport onvolledig is
en den heer Z ij lmans niet kan bevredigen. Itn ieder
geval blijkt er toch uit, dat, al moge het rapport met
overal helder zijn, zoowel de administratie van den
heer van der Laan als die van den heer van
der Meer, een bevredigend resultaat heeft opgeleverd.
Van tekorten is geen sprake. Er moge aan de admi
nistratie fouten aankleven, zij heeft niet geleid tot
groote tekorten. Daarin ligt dus wel iets bevredigends.
De heer ZIJLMANS is het hiermede niet eens. Als
de accountant eene opdracht krijgt, moet hij zorgen,
dat hij zich de noodige inlichtingen verschaft, om aan
die opdracht te kunnen voldoen. Spreker hecht dan ook
geen waarde aan het rapport. Er ontbreekt zeer veel
aan en in het algemeen is het te vaag en te onvol/ledig|.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu be
sloten de rapporten voor kennisgeving aan te
nemen.
30. Schriftelijke vragen van het raadslid, den heer
F e b e r, betreffende het beheer van het levensmidde-
lenbedrijf, met de daarop verstrekte antwoorden.