21 OCTOBER 1918.
743
De heer LIJDSMAN heeft geen bezwaar tegen twee
ledige aanbesteding.
De heer BOSSERS vraagt, of het de bedoeling is,
de 80 M. te nemen aan den kant van de Zoutstraat.
De heer ZIJLMANS stelt verder nog voor, dat de
Raad bevestiging krijgt, of het in zijn geheel of in
gedeelten zal geschieden.
De heer BOSSERS acht het van groot belang, of
de 80 M. aan de Z. of N. zijde genomen worden. Wan
neer ze genomen worden aan den kant van de Zout
straat, krijgt men aan den hoek van de van Bergen"
straat een ophooping. Uit een oogpunt van verkeer
vindt spr. het raadzaam de aanlegplaats te verleggen
naar den kant van de gasfabriek. Het is dikwijls een
halsbrekende toer, om er met een rijtuig doorheen te
komen. Hoe eerder die hoek wordt opgeruimd, hoe beter.
De heer LIJSDMAN zou er tegen zijn, vanaf de brug
te beginnen met de 80 M. Het terrein wordt aanmer
kelijk verbreed: de boomen gaan weg.
De heer ZIJLMANS is het er mee eens, dat men
beter doet den bestaanden muur te verlengen. Het is
maar een kwestie van tijd: naderhand zal het wel
verder verlengd worden en wordt de toestand van zelf
beter.
De heer CERUTTI zegt, dat het alleen een kwestie
van financieelen, niet van technischen aard is.
De heer CRAMERUS zegt, dat, wat de Kamer van
Koophandel beoogt nog veel ingrijpender isdie wil
wijziging brengen in de Gasbrug. Uit een finantieel oog
punt achte burgemeester en wethouders het gewenscht»
80 M aan den bestaanden muur toe te voegen.