758
21 OCTOBER 1918.
partijen staat en door allen wordt geëerd Geen wonder
dus, dat we, bezorgd voor de toekomst van Breda,
met zorg hebben afgewacht of het gerucht waarheid
zou worden.
Maar, vervolgt spreker, nu gij geroepen zijt tot het
ambt van Commissaris der Koningin in Limburg en we
weten, dat we U moeten verliezen, zetten wij die
bezorgdheid voor een oogenblik op zij, en geven we
uiting aan een ander gevoel, een gevoel van vreugde,
omdat Uw verdiensten zoo openlijk worden erkend.
Behalve achting, gaat spreker voort, was het ook
hartelijke vriendschap die oorzaak was van ons ver
trouwen in Uw leiding en waaraan te danken is, dat
bij zooveel verschil van meening de goede gezindheid
behouden bleef. We danken U, besluit spreker, voor
al, wat gij voor de gemeente hebt gedaan en hopen
dat het U gegeven moge zijn nog een aantal jaren
in Uw nieuwe functie werkzaam te zijn in het alge
meen belang.
De VOORZITTER wil, diep getroffen door de vrien
delijke woorden van den oudsten Wethouder, hem daar
voor hartelijk dank brengen, dank óók voor zijn goede
wenschen, dank aan de leden van den Raad voor hun
instemming. Spreker gelooft niet den lof, dien de
Wethouder hem bracht, in allen deele verdiend te
hebben en heeft niet geheel kunnen zijn, wat hij zoo
gaarne had willen zijn.
Spreker kan niet verhelen, dat hij met groote dank
baarheid is vervuld, dat het H. M. de Koningin heeft
behaagd hem op zoo jeugdigen leeftijd tot die hooge
betrekking te roepen in de stad, die spreker zooveel
jaren lang heeft leeren liefhebben en in de provincie
waar hij reeds zijn jongensjaren mocht doorbrengen,
maar daarnaast welt bij spreker op een gevoel van
(Instemming