2r OCTOBER IS) 18. 75S) weemoed, omdat spreker Breda zal moeten vaarwel zeggen, en daarmede de vele goede vrienden, die hij daar gemaakt heeft. De tijd, dien spreker, in Breda heeft doorgebracht, nog geen 3 jaar, is te kort geweest zoodat spreker zich ternauwernood in de zaken heeft kunnen inwerken en inzien, wat er noodig was om den bloei der gemeente te bevorderen. Die jaren zijn voor spreker geweest een tijd van studie, van voorbereiding, van voelen en tasten naar den goeden weg om het gemeentebelang te beverderen. Vele plannen heeft spreker gehoopt neg in daden te kunnen omzetten, doch het heelt niet zoo mogen zijn. Spreker brengt aan de leden en in 't bijzonder aan de Wethouders, met wie spreker altijd prettig samen werkte, al was men het niet altijd eens, een woord van dank, vooral den Wethouder Cramerus, met wien spreker nog méér dan met de andere Wethouders in aanraking kwam, en dien spreker heelt leeren kennen als een buitengewoon rechtschapen mensch, uitblinkend door ijver en talent, bij wien het gemeente belang boven alles ging. Zijn besluit, om heen te gaan als Wethouder, moet niet alleen in den Raad, maar ook in Breda met grooten spijt vernomen zijn, want in hem, aldus spreker, had de gemeente een buiten gewoon vertrouwen. Van zijn kant dankt spreker hem voor de bijzonder prettige samenwerking. Mijne Heeren Raadsleden vervolgt spreker, ook U dank ik voor den steun, dien ik van Uw zijde mocht ondervinden. Spreker erkent gaarne, dat het hem niet altijd gemakkelijk is geweest, met den Raad samen te werken, maar des te meer heeft spreker gewaardeerd de wijze, waarop men hem steeds heeft bejegend. Nog wil spreker een woord van bijzonderen dank brengen aan alle ambtenaren, beambten en bedienden van de gemeente, in 't bijzonder aan den Secretaris,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 759