28 JANUARI 1918.
75
October—Deeember 1916 heeft opgemaakt is door dezen
„accountant gemotiveerd in zijn rapport, waarvan de
..heer F eb er een afdruk bezit".
De heer FEBER heeft uit het antwoord gezien, dat
aan den heer van R ij n is uitbetaald een bedrag van
f 312,50. De heeren Lebens en 8,cherp enisse
hebben ontvangen of nog te vorderen een bedrag van
f 2377,05, terwijl de nota van den accountant N ij s t
bedroeg f 890. Dit maa it samen een bedjragl van onge
veer f 3600. Nu wenscht sprekejr alleen deze opmerking
te maken, dat de resultaten met deze deskundigen ver
kregen, niet bevredigend kunnen genoemd woirden.
Een kijk op het 1 eve ns m idd e'.en bed r ij f heeft men nog
niet. Spreker vraagt zich af, of men voor dit geld niet
een behoorlijken leiddraad voor de boekhouding had
mogen verwachten. Ook bevreemdt het hem, dat, niet
eene behoorlijke rekening van het bedrijf is opgemaakt
en ingediend over het tijdvak van October—December
1916. 't Is te betwijfelen, of deze handelwijze door
gedeputeerde staten wel zal worden goedgekeurd. Nog
wenscht spreker te vernemen, waaruit de hierbedoelde
kosten zullen worden bestreden en of de buitenge
meenten daarin bijdragen.
De heer CRAMERUS antwoordt hierop,, flat; dei kosten
komen ten laste Aan het levensmiddelenbedrijf en dat
de buitengemeenten daarin wel degelijk zullen bijdra
gen, beha Ivo/wat betreft het accountants-onderzoek van
den heer N ij s t, omdat de buitengemeenten hun ver
langen totdat onderzoek niet hebben kenbaar gemaakt.
Wel dragen ze gedeeltelijk bij in de eerste kosten.
De heer FEBER vindt dat niet goed. Breda belast
zich met het geheele bedrijf en nu zou het eene on
billijke regeling zijn, als de buitengemeenten niet in
^alle kosten pondspondsgewijze bijdroegen.
I -^r-zr-zrz V vkAh J r
/c?_ sS' .s'AhA-