76 28 JANUARI 1918. De heer CRAMERUS zou het onbillijk vinden, als men de buitengemeenten daarin liet bijdragen'. Als er hier fouten zijn gemaakt, treft de buitengemeenten daarvoor geen schuld, die vertrouwen hebben gesteld in het beheer van Breda. Het is een moreele plicht van de gemeente, om te zorgen, dat de administratie in orde is. De heer FEBER zegt, dat het hem nog niet duidelijk is. waarom de buitengemeenten wel bijdragen in de eerste f 2300.— en niet in de overige kosten. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat aan den heer N ij s t ook is opgedragen het onderzoek over het tijdvak tot October 1916. Dit is het eerste en ook het grootste rapport. Toen bestond er nog geen afzonder lijk bedrijf, zcodat de buitengemeenten daarmede ab soluut niets te maken hebben. De heer FEBER zegt, dat hij met dit antwoord thans wel accoord kan gaan en dankt burgemeester en wet houders voor de verstrekte inlichtingen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten dit punt voor kennisgeving laan| te nemen. 31. Voorstel van burgemeester en wethouders, be treffende eene nadere regeling van de gasprijzen, lui dende als volgt Overeenkomstig onze toezegging in de raadsver gadering van 22 December j 1. hebben wij de eer hiermede aan de orde te brengen de nadere bepaling ,,van den gasprijs en U daartoe aan te bieden een „schrijven d.d. 14 .Januari j.l. van den Directeur der lichtbedrijiven en der waterleiding betreffende een „differetitieelen en een differentiieelen-progressieven „gasprijs, hetwelk een onderwerp van bespreking heeft „uitgemaakt in eene gecombineerde vergadering der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 76