774 28 NOVEMBER 1918. De VOORZITTER wil voorstellen het adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders, die de zaak spoedig zullen behandelen. Tegen het slot der motie zou spreker zich moeten verzetten. De heer MOLL zegt, dat het één of het andere moet gebeuren. De feestdagen staan voor de deur. Onder het politiepersoneel zijn veel zieken en tengevolge daarvan groote tekorten. De particuliere bedrijven zijn hier voor gegaan, laat nu, aldus spreker, ook de gemeente den menschen die kleine tegemoetkoming geven. De heer GRUIJS meent dat zijn voorstel in behan deling kan worden genomen, omdat het wordt gedaan in verband met het advies, maar ook om het principe: een toeslag over de geheele lijn. De heer VAN IERSEL stelt voor dat de raad burge meester en wethouders uitnoodigt in de volgende ver gadering een berekening te geven van de kosten der voorstellen Moll en G r u ij s en deze dan te behan delen. De heer HORNIX antwoordt den heer BROOS nog, dat het niet practisch is een voorstel uit den mond van de raadsleden te laten komen. Burgemeester en wet houders toch beschikken over meer gegevens. En mis schien lukt het met dat differentieel tarief dezjpn keer wel. De heer BROOS merkt op, dat burgemeester en wet houders toch weer komen met een differentieel tarief. De heer VAN IERSEL Als de raad zich uitspreekt voor een uniformen toeslag, hebben burgemeester en wethouders te voldoen aan het verlangen van den Raad. De heer MOLL verklaart zich tegen het voorstel van I e r s e 1. De particuliere patronen hebben o-> het juiste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 774