28 NOVEMBER 1918. 777 Deze commissie, zich tot dat einde verwijderd heb bende, wordt de vergadering voor eenige oogenblikken geschorst. Het onderzoek afgeloopen zijnde en na heropening der vergadering rapporteert de commissie, bij monde van den heer FEBER, dat zij de geloofsbrieven met de overgelegde bescheiden in orde heeft bevonden en mitsdien voorstelt tot toelating van de gekozenen te besluiten. De VOORZITTER dankt de commissie voor hare be moeiingen en stelt voor, overeenkomstig de conclusie van hel rapport, de heeren N. J. H. van Groenen- d a e 1 en A. S c h r a u w e n toe te laten als leden van den raad. Dienovereenkomstig wordt besloten. 13. Schrijven van het college van regenten van het Oude-Mannenhuis alhier, daarbij ter goedkeuring aan biedende de begrooting van dat gesticht voor het dienst jaar 1919, voorzien van de noodige toelichtingen. De VOORZITTER geeft in overweging deze begroo ting tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad, dat de VOORZITTER die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Bossers, van den Biggelaaren Moll. 14. Schrijven van de Kamer van Koophandel en Fa brieken alhier, daarbij aanbiedende hare begrooting van uitgaven voor het jaar 1919. De VOORZITTER stelt voor, deze begrooting te be handelen tegelijk met de gemeente-begrooting. Waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 777