b. aan den ambtenaar, ingevolge Koninklijk besluit aangewezen als belast met de ontvangst en uit betaling van pensioenen toe te kennen eene jaar lijksche vergoeding van f 200.zooals door burgemeester en wethouders is voorgesteld over welk voorstel in de vergadering van 21 Oc tober 1918 de stemmen hebben gestaakt. 28 NOVEMBER 1918. 787 jaarlijksehe personeele toelage van f 137.50, een en ander te rekenen te zijn ingegaan op 1 -Juli 1918, met bijbetaling van het verschil van af 1 Januari 1918. Dienovereenkomstig wordt besloten. 23. Hchr'jven van burgemeester en wethouders, daar bij in overweging gevende aan mevrouw de wed. J. J. Harte, in leven directeur der ambachtsschool en se cretaris der commissie voor de ambachtsschool, bij wijze van gratificatie alsnog uit te keeren eene verhooging van 30 op de jaarwedde van haar echtgenoot ge durende het tijdvak van 1 Januari tot 1 Juli 1918, zijnde f 360. Niemand der leden hiertegen eenige beden king hebbende, wordt dienovereenkomstig be sloten. 24. Herstemming over het gewijzigd voorstel van den heer F e b e r, luidende a. aan den administrateur van het gemeentelijk pen sioenfonds toe te kennen eene jaarlijksche ver goeding van f -300.(thans f 100.en De heer BOSSERS vraagt nog, of de werkzaamheden door den ambtenaar worden verricht onder de gewone kantooruren, waarop de voorzitter bevestigend ant woordt. Tot stemming overgaande, wordt het voorstel van den heer F e b e r met 9 tegen 6 stemmen aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 787