28 NOVEMBER 1918. 801 De heer HORNIX constateert met genoegen, clat het Dagelijksch Bestuur is teruggekomen van de meening, dat er een weistandsgrens verbonden moest worden aan de verstrekking van deze melk. Spreker betreurt ech ter, dat dit besluit zoo laat gevallen is, anders was wel een bedrag van f 1ÖOLOOO in de gemeente gebleven. Verder zou spreker den gestelden leeftijd van 3 jaar willen verhoogen tot ,6 jaar, zooals ook in andere ge meenten het geval is. Of is daartegen bezwaar volgens de ministerieele resolutie, vraagt spreker. De heeren MOLL en BOGMANS willen ook de leef tijdsgrens stellen op 6 jaar, De heer HORNIX zegt nog, dat in de resolutie van den Minister geen leeftijdsgrens wordt bepaald. De heer GRUIJS z>3gt, dat volgens den directeur van het distributiebedrijf de door den Minister bepaalde leeftijd 3 jaar is. Is dit niet zoo, dan ondersteunt spre ker het voorstel-H o r n i x. De VOORZITTER antwoordt, dat het een Ministerieele bepaling is. De heer GRUIJS zegt, dat de leeftijd vroeger 6 jaar was. De heer BOSSERS merkt op, dat, zoodra zooiets in de distributie komt, iedereen „ziek is". Zoo overtroffen in Helmond de aanvragen voor ziekenmelk het normale verbruik. Wanneer er getrokken moet worden uit de Staatskas is iedereen klaar om te graaien, zegt spreker. De heer HORNIX vraagt, waarom als er dan ge graaid wordt in ons land Breda niet moet profttee- ren. De heer BOSSERS vindt de heele regeling idioot. Melk is een van de goedkoopste voedsels, gelet op de voedingswaarde. De heer HORNIX handhaaft zijn voorstel, om wan neer het mogelijk is, den leeftijdsgrens op te voeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 801