/~Z J
sal daar-
eene re-
inkomen,
•edeeling.
njs voor
minimum
zijn in
i gering;
al bij de
neer zij
en deze
efrmeden.
minder-
dat de
dezaak
l, onder
ge alleen
ssie naar
eid zich
arief het
de.
thouders
dan ook,
ten, en
aan.
dat hij
dat van
oral de
omdat
3% cent
28 JANUARI 1918.
79
betaald wordt in plaats van 15 cent. Doch ook de
groote man profiteert hiervan. Bovendien geldt deze
prijs slecht,s voor de eerste 20 M®. en waar meerdere
malen op gas gekookt moet worden en ook gasnoodig
is voor de wasch, heeft de kleine man meer gas noodig
dan 20 M3.
Ook wordt geen reductie gegeven aan verbruikers
beneden een bepaald inkomen, wijl deze reductie het
karakter zou hebben eener bedeeling en dus minder
waardig zou zijn. Hiertegen moet spreker doen op
merken, daj/de heele distributie niets anders is dan
bedeel'ng. In dit opzicht moet spreker den bal terug
kaatsen. Zij. die den hoogsten gasprijs kunnen betalen,
zullen ook den minderen prijs kunnen betalen.
Wat betreft het vierde argiument, dat het vooral een
prikkel zal zijn voor de minder gegoeden om zuinig te
zijn. betwijfelt spreker, dat de lagere prijs, het verbruik
meer zal reduceeren.
In het vijfde argument wordt gesprokén va^n een
verkapte belasting, doch dat is het geval met eiken
gasprijs boven den kostprijs.
Veel beter bevalt spreker dan ook het voorstel der
minderheid, ofschoon hij ook daartegen enkele beden
kingen heeft.
Het spijt hem, dat de voorsteller dit niet heeft uit
gebreid tot personen, zooals ambtenaren, onderwijzers
en anderen met een inkomen beneden f 2000.
Spreker zou dan willen voorstellen aan gasverbrui-
kers met een inkomen beneden f 2000.— eene reductie
te verkenen van 8 cent per M3., terwijl hij als amen
dement daaraan zou wihen toevoegen om den prijs van
het muntgas te bepalen op 18% cent.
Mocht dit voorstel worden verworpen, dan stelt
spreker als amendement op het voorstel van burge
meester en wethouders voor, om het minimum-verbruik
waarvoor reductie wordt verleend, te stellen, op 80 in
plaats van 20 M3.