14 DECEMBER 1918. 815 A. KANTERS, A. J. M. VAN 1ERSEL, TH. J. A. VAN DI.JK, P. VAN DEN BIGGELAAR, A. SCHRAUWEN en J. LI IDSMAN, waarnemend burgemeester, voorzitter. Afwezig de heer N. J. H. VAN GROENENDAEL. Eéne vacature. Voorzitter de heer J. LIJDSMAN, waarnemend bur gemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer van Groen endael berichtende, dat hij verhin derd is deze vergadering bij te wonen. Alsnu zegt de VOORZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 23 April en 11 Mei 1918, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun boven dien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 23 April jl. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Thans stelt de VOORZITTER aan de orde de vast stelling der notulen van 11 Mei jl. De heer CERUTTI wijst erop, dat de punten 13 en 1.8 der agenda vooraf in besloten zitting zijn behandeld, hetgeen niet in de notulen is vermeld. De VOORZITTER zegt, dat bij den aanvang der ver gadering de raad in besloten zitting is overgegaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 815