82 28 JANUARI 1918. pflijs op 15 cent te handhaven. Ook wijst spreker erop, dat de directeur verklaard heeft, dat nog geen enkele klacht over te hoogen prijs is ingekomen. De heer BOGAARÜT herinnert eraan, dat hiji inder tijd het denkbeeld van de minderheid der gascommissie heeft verdedigd. Spreker heeft er toen op gewezen, dat het een rechtvaardig sociaal belang was, indien men den gasp rijs bepaalde naar een differentieel tarief. Spreker is dus homogeen met het voorstel van den heer S> t u 1 e m e ij e r. Als men het over de grondslagen eens is, kan men toch nog verschillen over de wijze van het stelsel. Het kan zijn een tarief met toeslag aan eene zekere categorie van gasverbruikers ofwel een progressief tarief, afhankelijk van het gasverbruik. Spreker geeft de voorkeur aan dit laatste systeem, want, al moge het waar zijn, dat de gasfabriek bij dit eerste systeem wat meerdere winst in de gemeentekas brengt, het gaat er toch langs anderen weg weer uit, zoodat de toesitand bij slot van rekening dezelfde blijft. Spreker wenscht zijn beginsel nog eenigiszins nader toe te lichten. Toen de gasprijs 6 cent was, bestond er geen bezwaar om een uniform tarief te hebben, doch naar mate het tarief stijgt, is het voor velen een bezwaar geworden. Nu wordt gezegd, dat een progressief tarief het ka rakter heeft van eene verkapte belasting, doch dit is het geval met elk monopolitisch bedrijf, dat winst in de gemeentekas brengt. Het is eene indirecte belasting en daarom wil spreker die ook geregeld zien naar de draagkracht der verbruikers, vooral nu de prijs zoo hoog wordt, dat hij voor enkele van onze medeburgers haast niet meer te betalen is. Het eerste tarief moge billijker zijn, omdat het tege moet komt aan hen. die de minste draagkracht hebben doch daaraan is te veel administratieve omslag ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 82