842 14 DECEMBER 1918. beter dan door politievoorschriften, die in 't algemeen alleen eigenlijke buitensporigheden kunnen tegengaan. Het groote voordeel van het erfpachtstelsel is dus de gemeente blijft eigenares van den grond en kan zoo doende veel beter, dan wanneer zij enkel als overheid optreedt, er voor waken, dat hij voortdurend wordt ge bruikt, op de wijze, die in overeenstemming is met het algemeen belang. Tevens kunnen uit dit stelsel gelde lijke baten voor de gemeente voortvloeien, maar die komen in de tweede plaats. Mijnheer de A^oorzitter Ik zal het hierbij laten. Ik meen aangetoond te hebben, dat de voordeelen ver bonden aan het uitgeven van den gemeentegrond in erf pacht van zoodanigen aard zijn, dat wij geen oogenblik mogen twijfelen, waar ons nu een voorstel wordt voor gelegd om een belangrijk deel van het grondbezit van Breda over te dragen aan een Bouwvereeniging, zij 't ook dat deze bouwvereeniging met de beste bedoelin gen deze overdracht vraagt in het belang van de volks huisvesting. Ik twijfel niet of het bestuur der R. K. Bouwvereeniging zal 't in dezen wel hetzelfde zijn of zij den grond in erfpacht of in volledigen eigendom krijgt. Het voorstel zelf zou, indien de raad zich met mijn ideeë n in dezen zou kunnen vereenigen, moeten ge- renvoyeerd worden aan burgemeester en weihouders met verzoek de noodige bepalingen voor de erfpacht daarin op te nemen. Wanneer de Raad zich nu uit spreekt voor het overdragen van de gronden, in 't mid den latende of dit zal geschieden in erfpacht cf in koop, behoeft dit voor de R. K. bouwvereeniging geen beletsel te zijn om alvast die stappen te doen, die noo- dig zijn om ten spoedigste tot den houw over te gaan. Binnen niet al te langen tijd kunnen wij dan beslis sen over de voorwaarden in dat erfpachtscontract op te nemen. Ik stel daarom de volgende motie voor De Raad der gemeente Breda, gehoord de besprekin gen over het in erfpacht uitgeven van gemeentegron den, verzoekt burgemeester en wethouders zoo spoedig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 842