14 DECEMBER 1918.
843
mogelijk aan den raad voor te leggen eene verordening
van algemeene erfpachtsvoorwaarden en gaat over tot
de orde van den dag.
De heer MOLL wil niet ingaan op het groote betoog
van den heer G r u ij s, waar de Voorzitter van de
R. K. bouwvereeniging verklaart, dat deze liever grond
in koop heeft dan in erfpacht. Vooral echter is het een
groot bezwaar, dat de samenstelling van een verorde
ning maanden zal duren, terwijl de vereeniging nu zoo
ver is, dat ze de plannen kan indienen zoodra de grond
in eigendom is afgestaan. Spreker hoopt dus dat de
Raad zal besluiten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
De heer SMITS vraagt, waarom afzonderlijke boven
woningen worden afgekeurd.
De VOORZITTER antwoordt, dat de gezondheidscom
missie en de Inspecteur van de Volksgezondheid die
verkeerd achten.
De heer SMITS wil graag vertraging vermijden, maar
zou dit punt wel overwogen willen zien door de Bouw
commissie.
De VOORZITTER zegt dat de commissie van bijstand
heeft geadviseerd.
De heer SMITS zegt voorts veel te voelen voor het
betoog van den heer G r u ij s uit een oogpunt van ge
meentebelang aan den anderen kant is het een be
zwaar, dat de belanghebbenden er tegen zijn. Spreker
wil de vraag van den heer G r u ij s zoo spoedig mo
gelijk in geheime vergadering onder de oogen zien. Het
is mogelijk dat men van tijd tot tijd voor bizondere
omstandigheden zal moeten afwijken voor dit geval wil
spreker ook over de bezwaren heenstappen, omdat men
op 't oogenblik over deze zaak niet meer onpartijdig
kan oordeelen. Voor de toekomst acht spreker echter
het voorstel G r u ij s in het belang van de gemeente.