14 DECEMBER 1918.
853
De VOORZITTER stelt voor, dit schrijven met een
brief van rouwbeklag te beantwoorden.
Waartoe besloten wordt.
!*36. Adres van de directie der Zuid-Nederlandsche
Handelsbank, daarbij opnieuw ontheffing verzoekende
van art. 11 der bouwverordening voor deze gemeente,
in verband met de voorgenomen verbouwing van het
pand aan de Veemarktstraat no. 21, kadastraal bekend
sectie B. no. 1282.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de ge
zondheidscommissie en den waarnemend directeur van
openbare werken, alsmede een voorstel van burgemees
ter en wethouders om op het adres afwijzend te be
schikken, op grond, dat hier niet aanwezig is een bij
zonder geval of een geval van dringende noodzakelijk
heid, als bedoeld in de derde zinsnede van art. 14 dei-
bouwverordening.
De heer SMITS weet niet, op welke gronden dit ad
vies gebaseerd is, en begrijpt niet, wat er voor bezwa
ren zijn tegen inwilliging van het verzoek.
De heer BROOS is het hiermee eens, en grondt zich
daarbij op het feit, dat het lokaal meer voor kantoor
dient, waar het personeel maar enkele urën verblijft,
zoodat het gevaar van slechte lucht niet groot is. Niet-
inwilliging zou een groot ongerief zijn voor de Bank:
deze moet dan kantoorlokalen maken zoowel boven als
beneden, wat onpractisch is.
De heer CRAMERUS vindt het gevaarlijk, wanneer
de Raad afwijkt van het advies. De architect heeft spr.
te kennen gegeven, dat bij een kleine wijziging van
het bestaande plan de zaak ook gevonden kan worden:
beter zou het dus zijn het advies te renvoyeeren en
gelegenheid te geven tot wijziging aan den architect.