860 14 DECEMBER 1918. Het voorstel van burgemeester en wethouders is bui tengewoon mooi, omdat het den meesten bijslag verleent, waar de meeste behoeften bestaan het geeft f 250, waar de heer G r u ij s slechts f 225 vroeg. Het werk van de staatscommissie dient men af te wachten, en daarom is een toeslag meer gewenscht. De regeling krijgt terugwerkende kracht vanaf 1 October, maar met het oog op den naderenden winter willen burgemeester en wethouders met Kerstmis a s een reëel bedrag geven. Daarmee is voldaan aan wat de heeren Moll en Gruijs willen. Verder kunnen burgemees ter en wethouders niet gaan. De heer MOLL zal nooit genoegen nemen met het voorstel van burgemeester en wethouders. Spreker heeft de hoogere ambtenaren niet vergeten, maar komt op voor de werklieden en lagere ambtenaren, omdat hij de treurige positie van die gezinnen maar al te goed kent. En als men dat ziet, moet men dan om eenige centen belasting uit te sparen die menschen gebrek laten lijden Dat is geen sociale maatregel. Wat kleeding betreft, die slijt .een werkman evengoed als een ambtenaar men denke hier slechts aan het personeel van de gasfabriek. De men schen met hoogere salarissen kunnen nog iets besparen, maar zij die f 13 verdienen, niet. De VOORZITTER Het is niet waar. De heer MOLL Het is een feit. Vóór dien tijd was het loon nog lager. De heer CERUTTI wil, daar het voorstel toch waar schijnlijk in de volgende vergadering wordt behandeld, de discussie opschorten. De heer CRAMERUS verzet zich tegen uitstel omdat hij het wel degelijk noodzakelijk vindt dat de menschen het geld krijgen. De heer GRUIJS zegt, dat hij, als de heer C r a- merus hem op het oog heeft gehad als een der per sonen die steeds een bepaalde categorie naar voren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 860