b. de tijdelijke ambtenaren, werklieden enz., na
31 Juli 1914 in dienst der gemeente gekomen zonder
uitzicht op eene vaste aanstelling, tenzij zij een vast
ambtenaar, werkman enz. vervangen en
b. gehuwden en weduwnaars (weduwen) met kin
deren
19 DECEMBER 1918.
86?
Bedoelde ontwerp-regeling luidt als volgt
BIJSLAGREGELING voor gemeente-ambtenaren,
werklieden, agenten van politie en daarmede
gelijkgestelde beambten.
Van 1 October 1918 af wordt aan de gemeente-ambtena
ren, werklieden, agenten van politie en daarmede ge
lijkgestelde beambten, die hunne hoofdbezigheid vin
den in het vervullen der gemeentelijke betrekking,
waarvan de daaraan verbonden bezoldiging is geregeld
in den vorm van jaarwedde of loon, een bijslag toe
gekend naar de volgende regelen
1. Burgemeester en wethouders kunnen beslissen,
dat twee of meer gemeentelijke betrekkingen te zamen
uitmaken de hoofdbezigheid voor een ambtenaar, werk
man, agent van politie of beambte.
De neven- of bijbetrekkingen blijven buiten aanmer
king.
2. Voor den bijslag komen niet in aanmerking
a. de gedemobiliseerde ambtenaren, werklieden, agen
ten van politie en daarmede gelijk gestelde beambten;
c. de ambtenaren, werklieden enz., wier inkomsten,
hetzij uit wedde of loon en vermogen te samen meer
bedragen dan f 5500.per jaar.
3. De bijslag bedraagt voor
a. ongehuwden en weduwnaars (weduwen) zonder
kinderen
20 van de eerste f 1000.salaris,
10 van de volgende f 1000.salaris,
met een algemeen minimum van f 200.en een maxi
mum van f 300 per jaar.