872
19 DECEMBER 1918.
De heer KLUFT is ook voor een uniform tarief. Het
zijn de burgers, die den toeslag moeten betalen en
daaronder zijn er velen, die zelf maar f 2000.— of
minder inkomen hebben. Spreker vindt een uniform
tarief ook percentsgewijze veel juister dan een differen
tieel tarief. Zij, die het laagste inkomen hebben, wor
den dan het meest geholpen. Hoe lager het loon is, hoe
hooger de nood en hoe grooter dus de toeslag moet zijn.
Men is hier altijd uitgegaan van het denkbeeld,
dat de duurtetoeslag moet voorzien in een noodtoestand,
doch als men menschen met een inkomen van f 3000
onder de noodlijdenden gaat rangschikken, dan is de
halve stad wel noodlijdend. De kleine ambtenaren en
werklieden hebben het meest te lijden van de dure
tijden de hoogere ambtenaren hebben zich van voor
raden kunnen voorzien.
Spreker wenscht ook te vernemen, hoe het gesteld
is met de tijdelijke ambtenaren van het levensmiddelen-
bedrijf en de brandstotfencommissie en of deze ook on
der de regeling vallen.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat op deze amb
tenaren de regeling niet van toepassing is. Dit zou af
zonderlijk behandeld kunnen worden.
De heer KLUFT zou dan de loonen dier ambtenaren
willen verhoogen.
De VOORZITTER zegt, dat dit later komt.
De heer VAN IERSEL wijst erop, dat hij nooit een
voorstel heeft ingediend, zooals burgemeester en wet
houders hem voor de voeten werpen. Spreker voelt hier
voor echter nog het meeste, n.l. een extra loon van twee
weken aan werklieden, politieagenten en ambtenaren
beneden een salaris van f 1500. Dat zou op eene uit
gaaf van f 10000.komen te staan.
Wat de overige voorstellen voor 1919 betreft, voelt
spreker het meest voor het voorstel van den heer