19 DECEMBER 1918.
873
G r u ij s. Dat zou eene meerdere uitgaaf vorderen van
ruim f 20000.terwijl dat van burgemeester en wet
houders een halve ton zou kosten. En men moet be
denken, dat al dat geld door de belastingschuldigen
moet worden opgebracht.
Spreker blijft intusschen vasthouden aan een unifor
men duurtetoeslag. De raad heeft zicli vroeger reeds in
dien geest uitgesproken, zoodat burgemeester en wet
houders zich daaraan dienen te houden. Het gaat niet
aan, om dat besluit maar eenvoudig te negeeren.
De heer BOSSERS vindt de regeling van den heer
Van Iersel ook de beste. Het gemiddeld inkomen
van de Bredasche belastingschuldigen bedraagt f 1700
en nu gaat het niet aan, om aan hen, die een hooger
salaris hebben, nog een extra-toeslag te geven en dezen
te laten betalen door de burgers, die dat inkomen niet
hebben. Bpreker zou daarom met het geven van een
hoogeren toeslag willen stoppen bij een salaris van
f 200J.
De heer GRUIJS wijst erop, dat hij reeds in de vorige
vergadering heeft te kennen gegeven, dat hij in prin
cipe geen voorstander is van duurtetoeslagen. omdat dit
een spoedige salarisverhooging in den weg staat. Wijl
de loonen van de werklieden te laag zijn, heeft spreker
in verband daarmede in de vorige vergadering voorge
steld, om aan gehuwden een extra-uitkeering te doen
van f 75.en aan ongehuwden van f 50. Deze uit-
keering kost aan de gemeente f 29000.welk voorstel
spreker wenscht le handhaven.
Het tweede gedeelte van het voorstel, om die uitkee-
ring ook voor 1919 te doen, wordt door spreker inge
trokken, omdat inmiddels gebleken is, dat burgemeester
en wethouders met hoogere bedragen zijn gekomen en
voor de minst gesitueerden betere voorstellen hebben
gedaan. Het beste is echter het voorstel van de heeren
Moll c.s., hetgeen voor het toekomstige jaar een toe
slag vraagt van f 20!0'.voor de ongehuwden en f 309
voor de gehuwden.