19 DECEMBER 1918. 875 of toeslag kan niet anders zijn dan een evenredige verhooging van het loon, dus percentsge- w ij z e. Iedere andere vorm b.v. een vast bedrag, zooals de heeren G r u ij s c.s., bepleiten, miskent het juiste ka rakter van een bijslag en lijkt eerder op bedeeling. Want de tijdelijke waardevermindering van de munteen heid geldt voor iederen loontrekkende, onverschillig de hoegrootheid van het loon De noodzakelijkheid van evenredige verhooging geldt dus voor iedereen een vast bedrag, zoowel voor den laagste als voor den hoogste bezoldigde zou tot de onvermijdelijke consequentie leiden dat alle loonen, gelijk moesten zijn zonder op rang of bekwaamheid te letten. Dit is zuiver communisme en deze leer wordt in onze economie niet gehuldigd ze is onrechtvaardig en dus niet te verdedigen. Ik zal dus stemmen voor het voors'el van burgemees ter en wethouders. Nu zegt dr. Bossers dat de ingezetenen, gemid deld genomen slechts een inkomen hebben van f 1700 en daarom een toeslag boven de f 1709 ongemotiveerd acht. Volgens die redeneering zou dr. Bossers ook niet meer kunnen stemmen voor eene hoogere bezoldi ging dan f 1.700 De heer MOLL beschouwt den toeslag eveneens als eene aanvulling op het loon, doch diq, alleen gegeven moet worden, waar het noodig is en niet, waar het niet noodig is. De loonen der werklieden en politie-agenten waren sedert 8 jaren niet herzien. Die van de ambte naren zijn op een behoorlijk peil, waarmede zij tevre den kunnen zijn. Bij de werklieden zijn er nog altijd, die slechts een loon hebben van f 12.per week plus f 3.— toeslag. In die gezinnen is het bepaald noodig. Menschen met een salaris van f 2000.a f 3090 kunnen nog altijd iets bezuinigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 875