19 DECEMBER 1918. 877 groot gezin komt tot een bijslag van 50%dan wil het spreker voorkomen, dat op de belangen van die men- schen behoorlijk is gelet. Is het dan onbillijk, dat aan ambtenaren met een salaris boven de f 1000.iets meer wordt gegeven dan aan een werkman In per centen uitgedrukt, is die toeslag echter heel wat min der, aooals uit de memorie van toelichting blijkt. Amb tenaren met een inkomen van f 200(0.a f 3000. hebben geen luxe. Zij lijden armoede. Er zijn arbei. ders, die door bijverdiensten van kinderen een grooter inkomen hebben dan menig ambtenaar. Het voorstel van de heeren Moll c.s. is wel iets goedkooper, maar onbillijk, omdat daarmede vele amb tenaren worden voorbijgegaan. Het verwondert spreker ook, dat de heer Van Ier- s e 1 thans is tegen een differentieelen toeslag. Spreker citeert, hetgeen door den heer Van lersel dienaan gaande in de raadsvergaderingen van 4 December 1916 en 25 November 1916 is gezegd en meent, dat hieruit volgt, dat de heer Van lersel toen wel voorstan der was van een differentieelen toeslag. Overigens ver wondert het spreker, dat vertegenwoordigers van de katholieke partij, waaronder ook de heer Van ler sel, zich verzetten tegen een differentieelen toeslag. Een uniforme toeslag is zoo communistisch mogelijk. De opmerking, dat de toeslag door de belastingschul digen moet worden opgebracht, geldt evenzeer voor het voorstel der heeren Moll c.s. De heer MOLL vraagt, of burgemeester en wethou ders ook f 300 geven. De heer CRAMERUS antwoordt hierop, dat, als bur gemeester en wethouders met f 300.waren gekomen, van de zijde der werklieden nog meer zou gevraagd zijn. Spreker begrijpt niet, waarom de heer Moll tegen dat meerdere is voor de ambtenaren en waarom alleen de werklieden moeten geholpen worden. Waarom is het onbillijk, dat de ambtenaren percentsgewijze geholpen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 877