19 DECEMBER 1918. 879 over de heele lijn minder zouden ontvangen, dan door burgemeester en wethouders is voorgesteld. Dit voor stel is het minste dat burgemeester en wethouders bil lijk achten. De heer GRUIJS voelt ook veel voor beëindiging der cliscussiëm, doch zou eerst in beginsel willen uitge maakt zien, of men zal overgaan tot een differentieel dan wel tot een uniform tarief. Als het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen, zou spreker daarop toch nog een paar amendementen willen indienen, o.a. om de rege ling te doen ingaan met 1 Juli 1918 en om hel mini mum te brengen van f 250.— op f "300.—. De heer MOLL is het eens met den heer G r u ij s. om eerst in beginsel uit te maken, of de raad al dan niet een differentieel tarief wil. In 1917 en daarna in 1.918 is een dergelijk voorstel verworpen. De heer SMITS herhaalt zijn verzoek om tot stem ming over te gaan en zou de vraag gesteld willen zien, of de amendementen van den heer G r u ij s ondersteund worden. Het wil den heer ZIJLMANS eveneens voorkomen, dat de zaak thans voldoende besproken is, zoodat hij in overweging geeft het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming te brengen. De heer CERUTTI vraagt, of ook de lijdelijke amb tenaren onder de regeling vallen. Spreker zou daarover eerst wel eene uitspraak wenschen. De heer CRAMERUS zegt, dat het niet mogelijk is, om de tijdelijke ambtenaren in de regeling te betrek ken. Op het levensmiddelenbedrijf zijn o.a. meisjes, die f 25.per maand verdienen. Het zou toch niet aan gaan, om aan deze een duurtebijslag te geven van f 200. De VOORZITTER zegt, dat reeds verzoeken van tij delijke ambtenaren zijn ingekomen om verhooging van salaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 879