27 DECEMBER 1918. De VOORZITTER ontkent het laatste; de heer Bossers kan zich gaan overtuigen dat er werkelijk les wordt gegeven. Zonder bedenking wordt alsnu besloten het adres ter afdoening te zenden aan bur gemeester en wethouders. 7. Adres van het bestuur der afdeeling Breda van den Nederl. bond van post-, telegraaf en telefoon personeel „de Post", daarbij verzoekende het post- personeel allereerst in aanmerking te doen komen voor het beschikbaar gestelde goedkoop militair schoeisel. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres eveneens te stellen in handen van burgemeester en wethouders ter afdoening. Waartoe besloten wordt. 8. Adres van E. M. R. Grimberg weduwe van A. J. B. Stap, in leven gepensionneerd directeur van de bank van leening alhier, verzoekende toekenning van een weduwenpensioen. Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies van burgemeester en wethouders: „In het hierbij gevoegd adres verzoekt E. M. R. „Grimberg, weduwe van den gepensionneerden direc teur der gemeentelijke bank van leening A. J. B. „Stap, haar weduwenpensioen toe te kennen. „Naar aanleiding van dit verzoek hebben wij de „eer U mede te deelen, dat adressante krachtens „artikel 12 der verordening ex artikel 71 der pensioen „wet voor de gemeenteambtenaren 1913 (Gemeenteblad „No. 231 sub C.) aanspraak op pensioen heeft. Volgens „artikel 13 van deze verordening bedraagt het weduwen- „pensioen een vierde der som, die tot grondslag voor 8*8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 888