27 DECEMBER 1918. 889 „de pensioenberekening van den ambtenaar heeft ge „strekt. Voor wijlen den heer Stap heeft deze som „bedragenf 1700,Het pensioen der weduwe is dus „te bepalen op een vierde van f 1700,f425,— „Het behoort in te gaan met den dag, volgende op „dien tot en met welken het pensioen van den over- „leden gepensionneerden ambtenaar is uitbetaald, zijnde „31 December 1918 „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen aan „adressante, met ingang van 1 Januari 1919, ten laste „van het gemeentelijk pensioenfonds, een jaarlijksch „pensioen te verleenen van vier honderd vijf en „twintig gulden, onder voorwaarde, dat zij het „niet vervreemde, verpande of beleene, hetzij recht streeks, hetzij onder den titel eener onherroepelijke „volmacht." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 9. Adres van de Credietvereeniging „de Hanzebank" alhier, daarbij ontheffing verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze gemeente ten behoeve van de verbouwing van het pand aan de Nieuwe Ginneken- straat no. 3. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de ge zondheidscommissie en den waarnemend directeur van openbare werken, alsmede een voorstel van burge meester en wethouders om op het adres afwijzend te beschikken, op grond, dat hier niet aanwezig is een bijzonder geval of een geval van dringende noodzake lijkheid, als bedoeld in de 3150 zinsnede van art. 14 van gemelde verordening. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 889