27 DECEMBER 1918 899 De heer BROOS zegt, dat het reorganisatieplan is besproken in de muziekcommissie, waarvan spreker Voorzitter is, en de heer Smits lid. De meerderheid der commissie kan zich niet neerleggen bij de meening der minderheid en zou alleen tot reorganisatie willen overgaan, wanneer die werkelijk goed is, en geen lapmiddel, zooals in 't rapport wordt voorgesteld. Zooals het korps op 't oogenblik- werkt, is het aller treurigst men heeft het niet „in de hand" want zeer weinig (5 of 6) werkende leden wonen in Breda, de meeste in Tilburg, Roosendaal, Dordrechten van die 5 of 6 is er nog 'n bassist bij de veldartillerie, zoodat men over dezen ook niet altijd de beschikking heeft. Wanneer men hier een beroepskorps zou stichten, zou de subsidie belangrijk stijgen, gelet op de cijfers van Den Bosch en andere plaatsen. In ieder geval kan echter het tegenwoordige korps niet op die wijze blijven bestaan. Spreker stelt dus voor, bij wijze van overgang het Stedelijk Muziekkorps af te schaffen en enkele ver- eenigingen te engageeren, om dezen zomer om beurten op de Markt muziek te maken, en die alleen dan betalen, wanneer de vereenigingen diensten praestee- rendit is zeer goedkoop, en ondertusschen kan men de kat uit den boom kijken. Spreker noemt de namen van de in Breda wonende muzikanten: Smal, Smal Jr., Thillier, Zwegers, Massa, van Aken en Jansen (die te Princenhage woont) en zegt, dat het korps niet gesticht is, om menschen van buiten subsidie te verleenen nu is het een verkapte subsidie aan een liefhebberij korps. Op de repetition zijn soms 2 a 3 menschen aanwezig en met den Oranjedag waren eerst slechts 7 muzikanten beschikbaar, de anderen moesten nog met den trein aankomen. Is het gerechtvaardigd, vraagt spreker, om aan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 899