904 '27 DECEMBER 1918. De heer GRUIJSOpvoeden De heer CRAMERUS zegt, dat bij het geven van dezelfde zware muziek van de aardige Dinsdagavonden niets overblijft. Bij de concerten onder leiding van den heer K r i e n s heerscht immer orde het volk staat aandachtig te luisteren en dat doet een Bredanaar goed. Dat door de reorganisatie van het stedelijk orkest krachten aan de particuliere vereenigingen zouden worden onttrokken, is wel mogelijk, maar is dit een bezwaar Die menschen kunnen in hun eigen vereeni- ging blijven spelen, al zijn ze in de eerste plaats ver plicht, te spelen op de voorgeschreven concerten. Verder zegt spreker, dat zijn opgave, in strijd met die van den heer Broos, luidt, dat 1(3 leden van het korps in Breda woonachtig zijn en 14 daarbuiten. Door de ongelukkige toestanden bij het korps is de heer Kriens zijn beste krachten, o.m. Staal, kwijt geraakt. Bovendien zijn 2 muzikanten van militaire korpsen weggegaan, doordat ze ingevolge voorschrift van den Minister van Oorlog niet meer mogen spelen in andere vereenigingen dan tegen de door „Toonkunst'' vastgestelde tarieven. Spreker is het eens met den heer Feber, dat het onbegrijpelijk is hoe de heer Kriens in die droevige omstandigheden nog in staat is geweest Dinsdagavond de muziek te doen hooren, die men genoten heeft tot nu toe. Afschaffing van het korps zou volgens spreker niet mogen. Sedert wanneer zegt men tegen een amb tenaar, die 30 jaar zijn diensten heeft gepraesteerd „vandaag gaan we iets anders practiseeren a la porte Dat hij door de f 1200 salaris f 800 pensioen zou krijgen, is niet waarhij zou het daarvoor 5 jaar moeten genieten. De heer Kriens heeft Breda gegeven, wat hij kon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 904