27 DECEMBER 191S. 907 om op subsidie aanspraak te kunnen maken. Persoon lijke sympathien voor den heer Kriens dienen bij de behandeling dezer kwestie buitengesloten te worden. Allereerst denke men aan de belangen van de ge meente. Wat betreft de opmerking, dat de subsidie te weinig is, daarmede is spreker het volkomen eens. De heer FEBER wil bij wijze van proef het tegen woordige muziekkorps gehandhaafd zien, maar daar naast andere vereenigingen voor kunstgenot aanschrijven om door hunne uitvoeringen ieder oogenblik der ge meente wat anders te geven. Daar kan z. i. geen bezwaar tegen bestaan. Spreker kan zich wel vereeni gen met het reorganisatieplan. De heer CRAMERUS zegt, dat hij als lid der com missie voor het stedelijk muziekkorps de toezegging wil doen, dat, zoolang hij lid van den Raad zal blijven, in deze zaak voor de belangen der gemeente zal worden zorg gedragen. De reorganisatie zal niet alleen worden overgelaten aan den heer Kri ens, maar de leden der commissie zullen met hart en ziel daaraan meewerken. Die toezegging doet spreker gaarne. Hij durft het wel aan met f i>000 subsidie plus het salaris-K r i e n s, betere toestanden te gaan scheppen, dan op heden bestaan. Als overgang kan met f 5000 begonnen wor den, dan kan men zien of daarmede tot algemeen genoegen kan worden volstaan. Liefhebberij dient men in deze van verplichting goed te onderscheiden. Hier is een verplichte vereeniging gewenscht, die onder de bevelen van het college van bnrgemeester en wethou ders staat. Het mag geen liefhebberij orkestje worden. Als de leden last hebben gekregen op de markt te komen of op een repetitie, dan moet dit gebeuren. In alles moet orde en regel zijn. Alleen wanneer de leden in onmiddellijken dienst der gemeente staan, kan dit plaats vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 907