27 DECEMBER 1918. 909 Tegen waren de heeren Gruijs, Moll, Broos, Kanters en van Iersel. De heer BOGMANS was bij deze stemming afwezig. 19. Schrijven van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, verzoekende het aan die Kamer toe gestane crediet te verhoogen tot f 850. De heer ZIJLMANS vraagt, of het niet beter is dit punt bij de begrooting te behandelen. De VOORZITTER meent, dat het ook vooraf kan gaan, maar heeft er overigens geen bezwaar tegen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 20. Behandeling der begrootingen van inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1919 met het centraal rapport der afdeelingen en de memorie van antwoord van burgemeester en wethouders, als De heer ZIJLMANS zegt, dat het antwoord van burgemeester en wethouders hem aanleiding geeft, even iets op te merken. Er staat „Op de qualiteit van het gas kan geen invloed „worden uitgeoefend; de uiteenloopende qualiteit van „de grondstoffen, welke hiervoor worden toegezonden „is daarvan de oorzaak". Bij de laatstgehouden raadsvergadering hadden we eenigen tijd last van slecht licht, em opeens was het uitstekend, Dit heeft hij thuis meermalen geconstateerd. Spreker meent daarom, dat de slechte verlichting geen verband houdt met de qualiteit der grondstoffen, maar dat andere factoren daarop van invloed zijn. Spreker vraagt, welke die factoren zijn. ft. van de gasfabriek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 909