910
27 DECEMBER 1918.
De VOORZITTER zegt, dat dit alleen ligt aan den
meerderen druk, dien men geeft, en men rekening
houdt met de raadsvergadering. Het is zeer wel moge
lijk, dat het licht de eene keer een beetje beter is
dan de andere keer. Dit hangt af van het verbruik.
Daar wordt rekening mee gehouden.
De heer GRUIJS vraagt, waarom nu reeds 's avonds
om tien uur de lichten overal uitgaan, terwijl dit anders
om elf uur geschiedt.
De heer KLUFT wenscht te zien medegedeeld, of
thans geen maatregelen kunnen worden getroffen,
opdat de boeten a f 1voor de gasverbruikers die
hun rantsoenen overschrijden, opgeheven worden.
De VOORZITTER wil deze vraag bij de behandeling
der begrooting beantwoorden.
De heer ZIJLMANS vraagt of de tijd nog niet
aangebroken is, om den gasprijs te verlagen. Als lid
der gascommissie is door hem deze vraag in de com
missie gedaan. Het wil hem voorkomen, dat op de
betrekkelijk weinige quantiteit gas te hooge winsten
worden gemaakt. Er staat op het oogenblik op de
begrooting een winstraming van f 120.000, terwijl
over het jaar 1918 een winst van b f 60.000 is
gemaakt. Dit acht spreker abnormaal hoog. Men dient
daar eindelijk eens mee te breken. Spreker meent, dat
een matige, behoorlijke winst moet worden gemaakt
maar geen overmatige winst. D winst, die thans ge
raamd wordt, is abnormaal hoog.
De heer HORNIX wenscht op te merken, dat het
groote bedrag van den post-gasfabriek niet op de be
grooting verantwoord is. Dit bedrag zou nog aanmer
kelijk worden verhoogd door het bedrag der boeten a
