90 28 JANUARI 1918. De heer CERUTTI wijst erop, dat er verschillende voorstellen zijn, die alle eenig voordeel bieden. Er is op gewezen, dat de winst in de laatste jaren bedroeg gemiddeld f 110Ö00.en dat die winst dient, behouden te blijven. Nu echter bij eene productie van 63 nog eene winst gemaakt wordt van f 70000.zou deze bij eene normale productie ook f 116000.bedragen, Ook is aangetoond, dat de petroleum met toeslag nog du'urder is dan gas. Spreker vreest dus, dat de ver bruikers van petroleum nog meer toeislag zullen vragen, indien ook aan de gasverbruik ers toeslag wordt verleend. De vrees is geuit, dat bij eene abnormale verlhooging van den hoofdelijiken omslag, de meer gegoeden de stad zuilen verlaten. Maar ook de gasverbjrufiikers, ep vooral de middenstanders, zullen de dupe wiorden van. eene verhooging van den gasprijs. Een winkelier, die jaar lijks 2000 M3. gas verbruikt, betaalt f 80.meer. De hoofdelijke omslag moet al heel wat verhoogd worden, om met dit bedrag gelijk te staan. Het lijkt spreker dan ook het beste toe. om den gasprijs te laten zoo als hij is. De heer SMITS vreest, dat de verschillende voor stellen in het gedrang zullen komen en zou dus eerst uitgemaakt willen zien, of al dan niet een progtressief tarief zal worden ingevoerd. Daarna kan uitgemaakt worden aan welk systeem de voorkeur wordt gegeven. De heer BOGAARDT gelooft niet, dat men elkander zal kunnen bekeeren en geeft dus in overweging tot stemming over te gaan. De heer CRAMERUS zegt, dat hij niet de gelegen heid heeft gehad, om de zaak in studie te nemen, wijl hem de tijd daartoe ontbroken heeft. In normale tijden voelt spreker voor eene prijsverhooging niets. Abnor male toestanden wettigen echter abnormale maatregelen. De gemeente komt te staan voor groote uitgaven. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 90