27 DECEMBER 1918. 918
De heer BROOS zou eenige feiten kunnen mede-
deelen, om aan te toonen, dat de gasfabriek geen
abnormale berekeningen maakt. Het gebeurt vaak, dat
in een bedrijf waarvoor groote winsten worden geraamd,
zeer kleine winsten worden behaald. Dat is dan echter
niet de schuld van de fabriek, maar er zijn andere
factoren aanwezig, die daartoe bijdragen. Daaraan valt
niets te verhelpen. De gasfabriek is een commercieel
bedrijf. ISIu staat zij op het standpunt, dat zij in dezen
tijd niet uit kan met de winst, die vroeger behaald
werd. Daarom wordt een hooger bedrag per kublieke
meter berekend. Maar in doorsnee is de winst lager
dan in normale tijden. Iedere koopman zou in dit geval
hetzelfde doen. Als tengevolge van het gebrek aan
grondstoffen de productie van zijn fabriek kleiner
wordt, tracht hij toch te komen tot hetzelfde winst
cijfer van anders. Spreker herhaalt, dat men moet
drijven op de gasfabriek.
Geeft men het thans ingenomen standpunt prijs, dan
weet hij waarlijk niet, waar de gemeente de middelen
vandaan moet halen.
De heer FEBER, gehoord de motieven door den
heer Zij 1 mans, aangehaald, aangaande de gas vermin
dering, is als lid der commissie tegen die verminde
ring, omdat verhooging der gasprijzen en het boete
stelsel gasmisbruik voorkomt. Hij blijft voor handhaving
der hooge gasprijzen.
De heer ZIJLMANS zal heel kort zijn. Hij is sterk
voor het boetestelsel. Het moet echter niet de bedoe
ling zijn hiermede veel geld in het laadje te krijgen,
maar alleen het bevorderen der bezuiniging, welke
dringend noodig is.
De heer CERUTTI vraagt, waartoe het reserve
fonds voor de gasfabriek en de waterleiding dient. In