918 27 DECEMBER 1918. plannen voor de'toekomst o.a. met betrekking tot grensuitbreiding, bouwen van woningen, gasfabriek, abattoir, verbouwing van het stadhuis en wat de reden is, dat, waar de functiën van Burgemeester en Wet houders met betrekking tot verschillende takken van gemeentedienst nu verdeeld zijn, er zoo bij zon dei- weinig blijkt van een spoedige afhandeling van zaken, zoodat gevraagde prae-adviezen op verschillende zaken steeds uitblijven. Gevraagd werd wanneer de indiening van het w e r k 1 i e d e n-r e g 1 e m e n t kan worden tegemoet gezien en hoever Burgemeester en Wethouders rnet de voorbereiding van dit werk zijn. Tevens werd gevraagd hoever Burgemeester en Wethouders zijn met de bestudeering van het onder werp schoolvoeding en klèeding en of daarover in de naaste toekomst voorstellen van Burgemeester en Wethouders kunnen worden verwacht. De opmerking werd gemaakt, dat reorganisatie van het marktwezen nog steeds op oplossing wacht, terwijl deze kwestie toch urgent wordt geacht. De vraag werd gesteld of Breda geen uitkeering ontvangt uit de Oorlogswinstbelasting. Gevraagd werd of het niet op den weg der ge meente ligt om voor te gaan in en over te gaan tot het stichten van meerdere rijwielbergplaatsen in de nabijheid van openbare gebouwen, waar geregeld dage lijks veel publiek in en uitgaat en deze te exploiteeren zoo mogelijk ten bate der gemeente. Eenige leden drongen aan op het doorschieten der begrooting met blanco vellen en op het door loopend nummeren der begrootingsposten. Ten opzichte van het nieuwe electriciteitsbedrijf hier ter stede worden de volgende opmerkingen gemaakt lo- Waarom is geen afzonderlijke begrooting van hei electriciteitsbedrijf opgemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 918