27 DECEMBER 1918.
923
marktwezen kan door ons niet worden beaamd,
vooral omdat de tijdsomstandigheden hiervoor bijzonder
ongunstfg zijn.
Deze gemeente ontvangt geene uitkeering uit de
opbrengst der Oorlogswinstbelastiug, omdat volgens de
daarvoor gegeven voorschriften (circulaire van den
Minister van Financiën en van den Minister van Staat.
Minister van Binnenlandsche Zaken van 6/16 Augustus
1917, afdeeling Generale Thesaurie No. 97, en afdeeling
B. B. No. 6720) daarvoor niet in aanmerking komt.
Het stichten van rijwielbergplaatsen in de
nabijheid van openbare gebouwen zal een punt van
onderzoek uitmaken.
Tot voor enkele jaren werd de begrooting en
memorie van toelichting steeds met wit papier
doorschoten. Tengevolge van de papierschaarschte en
de hooge kosten is hiervan de laatste jaren afgezien.
In de begrooting en memorie van toelichting en de
begrooting van 1918 is voor het eerst het doorloo
pend nummer weggelaten, omdat dit in de pro
vinciale voorschriften niet voorkomt en ook in praktijk
wegens de veelheid van cijfers, beter gemist kon worden.
Eene afzonderlijke begrooting van het elec-
triciteitsbedrijf kon nog niet worden opgemaakt, aan
gezien dit bedrijf eerst in de vergadering van 14
December j.l. is in het leven geroepen.
Een eventueel deficit van het electriciteitsbedrijf
komt natuurlijk ten laste van dat bedrijf. Overwogen
zal worden in hoeverre dit op de verbruikers of op
andere wijze kan worden verhaald.
Wegens de schaarschte van de materialen is niet
dadelijk bij elke aansluiting een meter geplaatst. Deze
toestand duurt echter slechts enkele dagen of weken.
Gedurende dien tijd wordt het verbruik geschat naar
het vermoedelijk aantal branduren.
Aangezien met de plannen tot gedeeltelijke electri-