926 27 DECEMBER 1918. BANK VAN LEENING. Ons college is geen middel bekend om de ambte naren der bank van leening ter besparing van admi- stratiekosten, op andere wijze werk te doen verrichten ten behoeve der gemeente. Gaarne zullen wij van het lid, dat de vraag heeft gesteld, vernemen, op welke wijze aan zijn opmerking ware tegemoet te komen. ARMBESTUUR. Met de bedeeling in geld kan beter in de behoeften der armen worden voorzien, dan met eene bedeeling uitsluitend bestaande in voeding en kleeren. In bepaalde gevallen geschiedt echter de bedeeling door het verstrekken van levensmiddelen en kleeren. Aan dit laatste zijn echter in de tegenwoordige omstandig heden eigenaardige bezwaren verbonden. Volgens arti kel 28 der Armenwet mag het Burgerlijk Armbestuur slechts hen bedeelen, die geen bedeeling van een ker kelijke, bijzondere of gemengde instelling kunnen ver krijgen, zoodat dit armbestuur steeds aanvullend optreedt. Verhooging van het subsidie kan achterwege blijven. AMBACHTSSCHOOL. De toelichting op den post no. 5 der begrooting van inkomsten is abusief. Deze moet luiden Bijdrage uit de gewone middelen f, 18715,681j3 of f. 10403,meer dan in 1918. De heer FEBER vestigt de aandacht op het weinige, dat vooral in het laatste jaar gedaan is in verband met de annexatie, die spreker een der meest brandende vraagstukken voor Breda acht. Spreker wil er het Dagelijksch Bestuur geen verwijt van maken, dat dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 926