934
27 DECEMBER 1918.
Met de kindervoeding heeft men gezien, dat het
zeer weinig uithaalt, ze komen eerst informeeren, wat
er gegeten wordt.
De heer GRUIJS wil naar aanleiding van het ant
woord van den voorzitter over de werkzaamheden
van B, en W. vragen, van wie B. en W. advies
moeten hebben op het verzoek van den transportar
beidersbond, die al 11/i jaar geleden heeft gevraagd,
een verordening te maken, dat geen kleine kinderen
op wagens mogen zitten. Zoo zijn er meer dingen.
Kunnen B. en W. er niet meer achterheen zitten bij
de commissies, dat ze tijdig bun rapporten inleveren?
Omtrent het werkliedenreglement bedoelde spreker te
zeggen, dat B. en W. zelf de leiding in handen zouden
nemen en aan de hoofden van takken van dienst in
overweging geven het „up to date" te maken. Dat
de schoolvoeding niet voldoet, ligt juist daar
aan, dat het een kwestie van particulier ini
tiatief is. De kinderen komen alleen in aanmerking
na onderzoek door een commissie van liefdadige per
sonen en worden dan naar een soort soeploods gebracht.
Het moet echter geen soort van „bedeeling" zijn,
maar een doodgewoon iets, dat de kinderen van ge
meentewege gevoed worden.
De VOORZITTER zegt, dat het in dit geval ook
liefdadigheid is.
De heer CRAMERUS zegt, dat overeenkomstig de
bedoeling van den heer G r u ij s de toezegging al is
gedaan, dat de organisaties gehoord zullen worden bij
het samenstellen van het werkliedenreglement.
Inzake schoolvoeding meent spreker dat het meer aan
de moeders is, voor de voeding der kinderen te zorgen
dan aan de gemeente. Spreker vreest voor ontwrichting
van het huiselijk leven, als de moeder niet meer heeft
te zorgen voor haar kinderen.