27 DECEMBER 1918. 935 De heer BOGMANS heeft betreffende het werklieden reglement nooit een ander antwoord gehad, dan dat het in handen was van de raadscommissies. B. en W. hebben het wel druk, maar de commissies ook? De heer BROOS zegt, dat men in het laatste sta dium verkeert. Binnen enkele dagen komt het werk liedenreglement en zal overleg gepleegd kunnen worden met de organisaties en binnen niet al te langen tijd komt het in den raad. De heer BOGMANS verklaart zich door dit antwoord bevredigd. De heer KLUFT zou gaarne een bepaling gemaakt zien, waardoor het bij het bouwen van een huis onmo gelijk was, dat later aanmerkingen werden gemaakt. De VOORZITTER zegt, dat dit reeds het geval is de bouw wordt geheel gecontroleerd, ook zelfs bij beton. De heer KLUFT acht het wenschelijk dat B. en W. per se weten, welke bestemming aan een gebouw ge geven wordt, vooral in belangrijke straten De VOORZITTER antwoordt, dat de bestemming wel niet dadelijk bekend kan zijn. De heer BOSSERS wijst er op dat de concessies voor de tram 1 Jan. '20 afloopen hebben B. en W. overdacht wat in het vervolg zal gebeuren De VOORZITTER antwoordt ontkennend. B. en W. zullen echter inzage nemen van het contract en hun aandacht aan de zaak wijden. B. en W. hadden gedacht allang electriciteit daarvoor te kunnen krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 935