940
27 DECEMBER 1918.
De VOORZITTER constateert, dat de motie niet
voldoende ondersteund wordt. Deze kan dus niet in
behandeling worden genomen.
De algemeene beschouwingen hiermede geëindigd
zijnde, wordt overgegaan tot eene artikelsgewijze be
handeling der begrooting te beginnen met de
UITGAVEE.
Hoofdstuk II, Afdeeling I, Artikel 2.
Art. 2. Jaarwedden Wethouders.
Art. 2. Betoogd werd, dat verhooging dringend
noodig is. Waar deze functie den geheelen persoon
eischen, moeten zij behoorlijk bezoldigd worden en
moeten hieraan pensioenaanspraken verbonden worden.
ANTWOORD
De werkzaamheden verbonden aan het ambt van
wethouder in deze gemeente eischen, de crisisomstan
digheden daargelaten, nog niet den geheelen persoon.
Waar pas in 1917 de bezoldiging der wethouders is
verhoogd, zien wij geen reden om thans weer tot eene
verhooging over te gaan.
De vraag of aan de wethouders pensioen zal worden
toegekend, kan door den raad nader worden overwogen.
De heer KANTERS wijst er op, dat de salarissen
over de geheele linie zijn herzien en hij er reeds twee
keer op aangedrongen heeft om ook de salarissen van
de wethouders te herzien. Waar wethouder Broos
verklaard heeft, dat er niet meer gedaan kan worden
dat zij deden, dat een werkzaamheid van 912 en
van 25 meer dan te zwaar is, acht spreker dit als een
vingerwijzing, dat een betaling van f 1200 niet in
overeenstemming is met de werkzaamheden. Toevallig