27 DECEMBER 1918. 941 is spreker heden bekend geworden, dat de wethouders in Tilburg een salaris van f 3004).ontvangen. Nu mag het waar zijn, dat Breda minder inwoners dan Tilburg telt, maar de werkzaamheden der wethouders zullen wel niet ver uiteen loopen Waar zoo dikwijls een greep uit de gemeentekas wordt gedaan, dient wel in de eerste plaats er voor gezorgd te worden, dat het salaris der wethouders voldoende is. Spx'eker stelt daarom voor dezen post te brengen van f 3600 op f 6000 dus f 2000 per jaar voor iederen wethouder. De heer SCHRAUWEN wil een motie indienen naar aanleiding van het gesprokene in de vorige vergadering ten behoeve van een zekere categorie van gemeente ambtenaren. Hij meent deze gelegenheid niet voorbij te mogen laten gaan. Er moet iets gedaan worden voqr de menschen, die het het hardst noodig hebben. Indien zijn motie wordt ondersteund, zal spreker haar bij den voorzitter deponeeren. De VOORZITTER verklaart, dat deze motie thans niet in bespreking kan worden genomen. Deze kwestie zou kunnen worden ter sprake gebracht bij artikel 6 van hetzelfde hoofdstuk, waar gesproken wordt van de jaarwedden van concierge en de boden. De heer GRUIJS zegt, ook in de afdeelingen gesproken te hebben voor verhooging van de jaarwedden van de Wethouders. Thans is hulp gekomen van een kant, waarvan hij het niet verwacht had. Volgens spreker eischt het wethouderschap den vollen persoon. Wil men doen wat men doen moet, en dat is in dezen crisistijd zeer veel, temeer, daar men uitbreidingsplannen voor de gemeente koestert, dan moet men de beschikking hebben over den geheelen mensch, en dan is ook een hono rarium van f 2000. te weinig. Thans kunnen alleen zij wethouders zijn, die rijkelijk van aardsche goederen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 941