.27 DECEMBER 1918. 949 heden zeer weinig zeggen Hij kan niet aannemen wat de heer Cramerus zegt, dat de loonen der arbeiders zich in een dalende lijn zullen bewegen Hij gelooft eerder, dat zij blijven staan, zooals ze thans zijn en dat zij zich zullen aanpassen aan den levensstandaard van heden. Deze kan wel omlaag gaan en zal ver moedelijk na een tweetal jaren omlaag gaan. Neemt men eens aan, dat de arbeidsloon en niet in dalenden zin zullen meegaan, dat dan de loonen boven het middelmatige zouden zijn, zooals professor Niermeijer meent, ziet spreker niet in.Daarom acht hij het oogenblik wél gekomen, dat men moet overgaan tot herziening der salarissen. De heer CRAMERUS merkt naar aanleiding van het gesprokene door den heer Schrauwen betref fende de politie van Roosendaal op, dat één zwaluw nog geen zomer maakt. De salarissen in Breda zijn door den Raad vastgesteld conform de wenschen van de politie-agenten zelf. Spreker wil desgewenscht het adres van de politie-agenten laten zien. Overeenkomstig dit adres is het salaris op f 1B.bepaald met één proefjaar. De heer BROOS voegt hieraan toe, dat de politie agenten nog f 1.meer hebben gekregen, dan zij vroegen. De heer GRUIJS kan zich met deze motiveering niet vereenigen. Op het oogenblik dat het gevraagde gegeven werd, waren er reeds acht maanden verloopen sedert het adres was ingediend. De heer CRAMERUS zegt, dat intusschen een toe slag gegeven is. De heer MOLL zal, omdat de salarissen werkelijk te laag zijn, zeer gaarne de motie steunen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 949