Ö50
21 DECEMBER 1918.
De VOORZITTER meent, dat het alleen maar te
doen is, om de ambtenaren te helpen met te lage
salarissen.
De heer BROOS zegt, dat er geen sprake kan zijn
van te lage salarissen bij de gemeente. Het minste
dat betaald wordt is f 17 af 18.Hij heeft onder
zocht, wat er bij verschillende particuliere bedrijven
betaald wordt. Verschillende groote fabrieken in Breda
betalen niet zooveel als de gemeente. De conducteurs
en koetsiers van de tram hebben loonen varieerende
tusschen f 13,50 en f 17.De Kwattafabriek betaalt
evenmin hooger dan de gemeente. Deze betaalt voor
een niet vakkundig werkman niet meer dan f 17.—.
De heer MOLL merkt op, dat de heer Broos niet
vermeldt hoeveel uur per week de gemeentewerklieden
moeten werken. De arbeiders bij Kwatta hebben den
vrijen Zaterdagmiddag bij een arbeidsdag van 9 tot
10 uur. De politie maakt daarentegen een werkweek
van 80 a 90 uren.
De heer BROOS zegt, niet te begrijpen, waarom er
dan nog zooveel sollicitanten komen bij een vacature.
De politie heeft op het oogenblik f 19.plus
kindertoeslag.
De heer KANTERS zal tegen de motie stemmen
om den aanhef daarvan.
Het komt hem voor, dat zij een zeer scherpe kritiek
inhoudt op de voorgaande malen genomen besluiten.
De motie van den heer Schrauwen wordt hierop
in stemming gebracht, doch verworpen met 14 tegen
4 stemmen.
Tegen stemden de heeren Zijl mans, Bossers,
Cramerus, Broos, Bom, Feber, Kanters, Van