060 27 DECEMBER 1918. De heer CRAMERUS zegt, dat de heer Van Ier- s e 1 zich toch vergist, als hij vraagt, wanneer de de finitief benoemde zijne functie kan aanvaarden. Wie zegt, dat die definitieve benoeming al heeft plaats ge had Wie er voor in aanmerking zal komen is een tweede kwestie. De heer VAN IERSEL meent, dat men toch een zeker persoon heeft aangezocht een definitieve benoe ming te aanvaarden. Thans wacht deze persoon op na der bericht van burgemeester en wethouders. De heer GRUIJS zegt, dat het de bedoeling is ge weest, te vragen, of hij het Directeurschap kan waar nemen. Dat is heel wat anders. De heer VAN IERSEL wenscht een benoeming voor 1 Maart van een nieuwen Directeur tegemoet te zien. Bedoelde persoon is in een moeilijk parket gebracht, daar hem door het hoofd der Academie, waaraan hij les geeft, gevraagd is met ingang van 1 Januari ont slag te nemen. Waar hij van burgemeester en wethou ders geen definitief antwoord ontvangen heeft, moet hij kiezen of deelen. Men heeft hem bereids meer les uren toegezegd. Daarom verzoekt spreker burgemeester en wethouders in de eerstvolgende vergadering een be slissing te willen nemen. De post wordt hierop goedgekeurd. Art. 3d. Onderhoud van Wilhelminafon- tein en Baroniemonument. Opgemerkt wordt, dat op de vorige begrooting ook een post is uitgetrokken voor het onderhoud van het Baroniemonument en dat daaraan niets gebeurd is, aan gedrongen wordt op verbetering van den toestand. ANTWOORD Aan het onderhoud van het Baroniemonument en de Wilhelminafontein zal de noodige aandacht worden ge schonken. De post wordt goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 960