962
27 DECEMBER 1918.
De heer ZIJLMANS vraagt, bij de behandeling van
hoofdstuk VI of het niet mogelijk is, iets meer te doen
aan de bestrating der wegen. De singels zijn vol kui
len en gaten. Het is gewoonweg een schandaal.
De VOORZITTER schrijft dit toe aan gebrek aan
materiaal.
De heer ZIJLMANS kan met dit antwoord geen ge
noegen nemen. Hij betwijfelt het dat er geen grint te
krijgen is.
De VOORZITTER zegt, dat grint alleen niet voldoen
de is voor onderhoud van wegen is ook steenslag en
hardsteen noodig.
De heer ZIJLMANS kan niet aannemen dat deze soor
ten niet te krijgen zijn. Hij acht het een schandaal,
zooveel kuilen en gaten als er in de straten zijn.
De heer MOLL geeft burgemeester en wethouders in
overweging het gebruik der singels aan boeren die in
de stad niets te maken hebben, bij politie-verordening
te verbieden. Spreker wenscht bij de begrooting een
bedrag uit te trekken om de singels met klinkers te be
straten.
De VOORZITTER zou er geen bezwaar tegen hebben
als het materiaal maar te verkrijgen zou zijn.
De heer MOLL vindt het gewoonweg een schandaal
zoo de toestand op het oogenblik aan de Spoorstraat
en den Stationsweg is.
De heer KLUFT zegt, dat de menschen aan de Ko
ninginnestraat, die hunne belastingpenningen aan de
gemeente Breda betalen, ook recht hebben daarvoor
wat te hebben. De toestand is daar vreeselijk. Reeds
voor een paar jaar heeft spreker dit naar voren ge
bracht. De weg is daar één modderpoel, zou daar niet
in voorzien kunnen worden, b v. door het neergooien
van eenige karrevrachten sintels