28 JANUARI 1918. 95 .daarbij behoorenple bescheiden heeft kunnen nagaan ,,en in orde bevonden heeft, ,,2o. dat dit evenzoo het g|eval is met al wat verder ,.in de Gemeente-Rekening over 1916 behoort, uitge zonderd de ontvangsten en uitgaven betreffende het „Leventsmiddelenbedrijf, waarvan o.a., a. .,de ontvangsten en uitgaven niet in de gieimeente- rekening zijn opglendmen (de minyierheid der com- missie verwijst hierbij uitdrukkelijk maar art. 11-5 der „Gemeentewet). b. „de jiustificatoire bescheiden voor een deel on voldoende zijn, voor een deel geheel ontbreken, ,,3o'. dat bij den overgelegden staat van ontvang sten en uitgaven van dat bedrijf voor een groot be- „drag kwijtingjsstukken ontbreken, dat voor verschil lende bedragen alleen quilantties aanwezig zijn|, doch „geen rekeningen waaruit blijkt hetgeen geleverd is, „dat verschillende quitantiee dien naam niet verdienen, „daar zij nliet in den behoorlijken vorm zijn gjeteteld, „dat de rekeningtcourant met de daarbij behoorende „bescheiden van den kassier per 31 December 1916 „niet bij de stukken is gevoegd (de minderheid acht „ook de overlegging van een balans en verliesrekening „noodig). „■do. dat de meerderheid der Commissie alzoo geen „Vrijheid vindt, zonder n)adere verklaring van Burge meester en .Wethouders, den Raad te adviseeren, de „Gemeente-Rekening over het dienstjaar 1916, goed „te keuren, „dat de minderheid der Commissie geen vrijheid kan „vinden den Raad zelfs met een nadeire verklaring van „Burgemeester en Wethouders te adviseeren de Ge meentel-Rekening over het dienstjaar 11916 vast te „iStellen zooals die is voorgelegd (zie art. 220' der „Gemeentewet). De VOORZITTER danjkt de commissie voor het g|e-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 95